‘Elf is mijn geluksgetal’
Met haar elf kinderen stal Willy Vink (46) de show én ons hart in de tv-serie ‘Een Huis Vol’. Op de koffie bij de goedlachse Haagse, die haar elftal in haar eentje opvoedt. ‘Toch droomde ik nooit van een groot gezin.’
De koffie is op in Huize Vink. ‘Ik ga even twee bakkies halen.’ Gemoedelijk sloft dochter Chayenne de huiskamer uit, naar de overbuurvrouw. Zij en haar man wonen ook een paar huizen verderop, net als de andere Vinkjes die al uitgevlogen zijn. Dan is het stil. ‘Maar dat duurt nooit lang, hoor,’ verzekert Willy, een sigaret opstekend. ‘Zeker rond etenstijd ontploft het hier.’ Ze knijpt haar ogen iets toe en begint te tellen. Dochter Angelica, schoonzoon Tom en kleindochter Fay, Chayenne en haar kinderen Bently en Sammy, Willy’s goede vriendin Angela komt nog weleens… Zeker twintig mensen, schat ze.
Bord-aan-bord nestelen ze zich op de hoekbank, terwijl Willy en haar vijf jongste, thuiswonende kinderen aan tafel zitten. ‘Het enige moment op de dag dat we samen zijn. Even kletsen, even lachen. Dat koester ik.’ Wie er vanavond aanschuiven? Ze lacht luid. ‘Geen idee!’ Zeker is dat ze vanmiddag pannen vol met eten klaarmaakt. ‘De hoeveelheid bepaal ik puur op gevoel’. Chayenne zet ondertussen twee schuimende kopjes Senseo neer. ‘Nou mam, je begint te tieren als we onze telefoon niet opnemen en je weten wilt of we mee-eten.’ Willy negeert haar blik en zegt plagerig: ‘Ik noem haar altijd mijn heksje.’
Het lot
Nooit droomde Willy van een groot gezin. Het overkwam haar min of meer, na zelf een lastige jeugd gehad te hebben. Ze groeide op met vijf broers en zussen en het gezinsleven draaide vooral om haar chronisch zieke zusje Liesbeth, dat inmiddels overleden is. Haar vader omschrijft ze als een ‘moeilijke, dominante man’, vriendjes en vriendinnetjes waren thuis niet welkom. Als vijftienjarige had ze er genoeg van en liep ze twee keer van huis weg. ‘Mijn vader had me verboden om nog langer met mijn vriendje, later mijn eerste man, om te gaan.’ Na een pleeggezin en een opvangtehuis ging ze toch met hem samenwonen en op haar zestiende kreeg ze haar eerste kind, Ryan. Omdat er trombose in de familie voorkomt, mocht Willy niet aan de pil (‘het spiraaltje zag ik niet zitten’). En zo volgde Jan-Willem, een jaar later. ‘Ik had zo’n behoefte aan onvoorwaardelijke liefde en voelde dat kinderen me dit wél zouden geven. Ach, het moest allemaal zo zijn.’ In dat pad gelooft ze sowieso. ‘Op de sterfdatum van mijn moeder was ik aanvankelijk uitgerekend van mijn jongste dochter. Dood en nieuw leven, op één dag, dat vond ik zo’n bijzondere gedachte. Daarom heet ze Destiny.’
Twee generaties
‘Hoe doe je het toch?’ is de vraag die ze het meest gesteld krijgt. Ook omdat ze sinds tien jaar gescheiden is van haar tweede man. De twee hebben nog wel goed contact, maar de opvoeding ligt bij Willy. ‘Jonge ouders, ook mijn kinderen, hoor ik klagen. Dat ze moe zijn en weinig tijd hebben. Maar ik heb er nooit moeite mee gehad. Vroeger deed ik alles zelf, sjokte met volle boodschappentassen naar drie hoog en sprak ’s avonds met vriendinnen af.’ Maar, geeft ze toe, haar kinderen zijn wel behoorlijk zelfstandig. ‘Dat is het voordeel van een groot gezin, iedereen draagt zijn steentje bij. Dan vraagt de één “zal ik even boodschappen halen?”, terwijl de ander de hond uitlaat.’ Tussen haar jongste en oudste zit twintig jaar en in die periode is de opvoeding wel veranderd, merkt ze. ‘Ik heb twee generaties kinderen. Mijn eerste zes zijn nog van de oude stempel. Als ik “naar je kamer” riep, deden ze dat gewoon. De jongsten zitten aan hun telefoons geplakt en zijn een stuk eigenwijzer. Terwijl ik als moeder softer ben geworden, moet ik eigenlijk strenger zijn.’ Maar ja, ze is dan ook dol op haar kroost. ‘Tegen mijn thuiswonende kinderen zeg ik elke dag dat ik van ze houd en een knuffel hoort erbij. Zelfs die grote knullen pak ik lekker beet. Stefan, bijvoorbeeld, geeft dan één bescheiden kus terug. Ja joh, hij is zo’n stoertje.’
Krakende wagen
De buitendeur gaat open – bij de familie Vink hangt er gewoon nog een touwtje uit de brievenbus. Het is een van haar andere dochters, Charella, die nog maar twee weken uit huis is. ‘Ik doe wel heel stoer,’ zegt Willy, iets zachter. ‘Maar ik vond het toch rot. Mijn huis wordt steeds leger, hè.’ Charella werkt als thuishulp en hielp ook haar moeder veel in het huishouden. Dat mist ze nu. ‘Je ziet het niet, maar ik heb altijd pijn. Aan mijn gewrichten, spieren, zenuwen, nieren. Alles.’ Naast artrose heeft Willy de spierziekte fibromyalgie en lupus, een auto-immuunziekte. Vaak wordt ze overvallen door moeheid. ‘Ook tijdens de tv-opnames vluchtte ik weleens naar boven, om even uit te rusten.’ Maar haar gezondheid accepteren, nee, dat weigert ze. Ook van pijnstillers wil ze niets weten. ‘Ik hoef die troep niet. Acceptatie is het begin van het einde. Liever doe ik alsof er niets aan de hand is.’
In de schulden
Door haar ziektes kan Willy niet meer werken en daar baalt ze van. ‘Vroeger droomde ik ervan om een sociaal persoon te worden, om mensen te helpen. Daarom heb ik acht jaar als begeleider in een verzorgingstehuis gewerkt. Zoiets zou ik dolgraag weer willen, maar ja…’ Ze bekent dat ze het zonder haar kinderen financieel niet zou redden. De volwassenen betalen vaak de boodschappen, en Charella en haar partner nemen ook het stageld voor Willy’s caravan voor hun rekening. ‘Die caravan, vlakbij Breda, is een langgekoesterde wens. Het is heerlijk om even Den Haag uit te zijn. Daar slaap ik goed en hier lig ik wakker.’ Ze is er ongelooflijk trots op dat haar kinderen zo verstandig met geld omgaan. Dat had zij thuis nooit geleerd. Hoewel ze opgewekt lijkt door te kletsen, verstart haar blik. ‘Met mijn eerste man raakte ik dieper en dieper in de schulden. Die tijd ligt gelukkig achter me, maar ik nam me toen wel voor: dit mag mijn kinderen nóóit overkomen. En dat lukt tot nu toe. De oudsten hebben hun school afgemaakt en huizen gekocht, ze werken hard en sparen.’
Thuis best
Spijt heeft Willy nergens van. Wel denkt ze regelmatig aan haar moeder, die altijd voor haar gezin leefde. ‘Ze heeft het nooit letterlijk gezegd, maar liet wel doorschemeren dat ik van het leven moest genieten.’ Even is ze stil. ‘Eigenlijk heb ik dat niet genoeg gedaan.’ Meteen neemt Charella het voor haar moeder op. ‘De laatste tijd ga je vrijdagavond weer vaker weg, hè. Je begint de tijd in te halen.’ Zo is Willy nog nooit in het buitenland geweest en zou ze dolgraag naar Egypte willen. Maar de beste plek is waar haar kinderen en kleinkinderen zijn. ‘Laatst vierden we de tweede verjaardag van mijn kleindochter Fay. In een zaaltje in de buurt, met een springkussen en een berg Surinaams eten. Iedereen was er. Dan geniet ik echt.’ Maar als ze haar leven opnieuw mocht doen, zou ze dan weer voor zo’n vol nest kiezen? ‘Niet voor mezelf, maar wel voor mijn kinderen. Elf is mijn geluksgetal.’
Kader
Overdosis moederliefde
Wie is wie in de familie Vink?
- Ryan (30)
- Jan-Willem (29)
- Stefan (26)
- Chayenne (25)
- Angelica (23)
- Charella (21)
- Joey (18)
- Richella (16)
- RJ (15)
- Ricardo (11)
- Destiny (10)
De eerste zeven kreeg Willy bij haar eerste man, de overige vier kinderen bij haar tweede. En dan hebben we ook nog hond Roxy. De afleveringen van Een Huis Vol kunt u terugkijken op npo.nl.
Einde kader